
Met betrekking tot het thema 'Nieuwe media en Politiek', is het gastcollege hierover verzorgd door Jeroen Steeman, online communicatiemedewerker bij GroenLinks. Zijn bijdrage was een interessante aanvulling op de literatuur van Castells. Hij behandelde de communicatie- en machtsstructuur op internet. Er lijkt een duidelijke koppeling te zijn tussen praktijk en theorie, zoals de manier waarop in dit geval de kiezer zou moeten worden bereikt, en hoe deze werking zich uit op internet. Deze koppeling zal ik in de komende analyse verder toelichten.
Castells stelt in The Internet Galaxy: “The network is the message” (1). Hiermee wil Castells aangeven dat de inhoud van een boodschap niet direct belangrijk is, maar het netwerk dat deze boodschap toegankelijk maakt wel. Dit zien we terug wanneer Steeman aangeeft dat om de kiezer te kunnen bereiken, het niet zozeer belangrijk is dat de kiezer weet wat de standpunten van een politieke partij zijn, maar dat een partij de kiezer uberhaupt kan bereiken. Een probleem waar Steeman tegenaan loopt is dat de traditionele media zich richten op kijkcijfers, en dus wordt door politieke partijen gefocust op internet-netwerken. Maar ook het internet al netwerk moet volgens Steeman bijdragen aan een cross-mediale aanpak. Castells werkt internetpolitiek verder uit in de literatuur van deze week; 'Communication, Power and Counter-power in the Network Society'.
Massa communicatie kan volgens Castells een andere invulling krijgen via internet (240) omdat in tegenstelling tot de kijkcijfers, de sociale communicatie het speerpunt is. Steeman laat zien dit herkend te hebben, door zich in politieke campagnes bijvoorbeeld te richten op Facebook. Een andere duidelijke overeenkomst tussen Castells en Steeman is dat Castells aangeeft dat het belangrijk is aanwezig te zijn in het netwerk van een persoon (241) wat overeenkomt met Steeman die stelt dat het meten van de relatie tussen het aantal Facebook-leden en GroenLinks kiezers niet het belangrijkste is.
Een andere ontwikkeling is die van de authenticiteit van politici. Als communicatiemedewerker merkt Steeman dat Twitter een exemplarisch voorbeeld is van een medium dat bijdraagt aan de authenticiteit van de politicus. Castells schrijft hierover dat dit makkelijker kan leiden tot een schandaal (244), iets dat ook door Steeman als risico wordt erkend. Hier zien we dus een verschil; Castells geeft aan dat de burger cynischer lijkt te worden en internet een broeinest voor de verspreiding van schandalen kan zijn. Steeman geeft echter aan dat dit de politiek dichter bij de burger kan brengen, doordat deze een kijkje in het persoonlijke leven van de politicus krijgt.
Als we echter opnieuw naar 'The network is the message', dan zien we hierin ook terug dat de burger voor haar eigen communicatie zorgt. Door Steeman worden petities als voorbeeld genoemd, waarbij de verspreiding ervan plaatsvindt op basis van het (online) netwerk. Een ander voorbeeld is de 'Obama-campagne' uit 2008. Castells geeft hiervoor een theoretische verklaring, die aangeeft dat mensen hun eigen netwerk creƫren door te bepalen wat de inhoud is, en wie de boodschap krijgt (248).
Een algemeen opvallend punt is dat Castells uitgaat van een aantal eisen die het succes van internet politiek moeten garanderen. Denk aan bijvoorbeeld het feit dat de burger het idee moet hebben te werken aan een eigen project (249). Hier lijkt de huidige politiek nog kansen te laten liggen om de burger verder te betrekken en deel uit te laten maken van het 'GroenLinks-project'. Steeman gaf aan dat de reactiemogelijkheden op het blog van Femke Halsema zijn gesloten, omdat de bezoeker niet 'betrokken' was; eerder het tegenovergestelde.
Als conclusie kunnen we stellen dat er vanuit het perspectief van de politiek, meer onderzoek nodig is. Om verandering te brengen in de onder andere de betrokkenheid, kunnen politieke partijen zoals GroenLinks verder onderzoek starten. Hierbij kan worden gekeken naar de infrastructuur van het netwerk van een kiezer, waar de politiek netwerken overlappen en hoe een boodschap zich verspreid. Op deze manier kan een politiek campagne wellicht succesvoller worden uitgevoerd.
Bronnen:
Castells, M. “Communication, Power and Counter-power in the Network Society.” International Journal of Communication 1 (2007): 238-266.
Castells, M. The Internet Galaxy: reflections on the Internet, business and society. Oxford: Oxford University Press (2002).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten