zaterdag 30 oktober 2010

Privacy & Surveillance: analyse & persoonlijke reflectie





Afgelopen week heeft Stephan Okhuijzen een toelichting gegeven op het debat rondom privacy en surveillance. In aanvulling hierop is er literatuur aangeboden over dit thema. Onder andere Lyon's artikel “National ID Cards: Crime-Control, Citizenship and Social Sorting” kwam aan de orde. In het volgende stuk zal ik kort de verschillen en overeenkomsten tussen beide toelichten op basis van gegevensverzameling voor ID-kaarten en paspoorten, en mijn eigen visie en vragen hierover geven.


Eén van de punten die erg opviel, was het feit dat burgers rondom dit thema betrekkelijk weinig inbreng hebben. Okhuijzen noemde een aantal politieke partijen die aandacht besteden aan het thema van (online) privacy (of juist niet) om aan te geven dat er momenteel nog te weinig discussie wordt gevoerd over dit onderwerp. Lyon (113) geeft aan dat de belangen van het invoeren van een ID-kaart vooral vanuit het perspectief van de overheid en commerciële sector te verdedigen zijn: “(...) a quest for greater efficiency through ‘e-government;’ desires among both industry and government to promote high technology ‘solutions;’ (...)”.


Als we de burger nemen als uitgangspunt, wat van Okhuijzen aanduidde met 'de overheid is er voor de burger, niet; de burger is er voor de overheid', dan hebben we reden om ons zorgen te maken. Op de website van bijvoorbeeld de VVD is bijzonder weinig te vinden hoe de burger zich kan 'verdedigen' tegen de maatregelen die de overheid treft, of zelfs maar hoe de burger hierover kan meebeslissen. Wel wordt er op Privacybarometer.nl getoond dat de VVD vindt dat men bij de opslag van gegevens “maar moeten uitgaan van de goede bedoelingen van de overheid, zonder dat voldoende garanties en waarborgen tegen misbruik worden geboden”. In andere woorden, we moeten er maar op rekenen dat de overheid persoonsgegevens ten goede gebruikt. Volgens Lyon zijn deze redenen volgens de overheid bijvoorbeeld onderscheid kunnen maken tussen 'typen' burger, zoals: “terrorist/nonterrorist; non/fraudulent claimants; and ill/legal immigrants”.


Mijn vraag hierbij is, 'áls burgers een keuze hadden, zouden ze dan instemmen met de gegevensverzameling door de overheid zoals die nu plaatsvindt'. Dat is dus zonder inspraak en duidelijk overzicht wat er met de gegevens gebeurd, en welke rechten burgers hierbij hebben. Mijn aanname is dat het antwoord hierop 'nee' is, maar dat is nu niet mogelijk te bewijzen. Wat wel belangrijk is, is dat de vraag gesteld wordt op basis van een voorwaarde, namelijk ''áls' burgers een keuze hadden'. Volgens Lyon worden grenzen weerlegd (115) en ook Okhuijzen geeft aan dat grenzen wordt opgerekt. Dit lijkt allemaal te gebeuren achter de schermen, zonder dat er een open discussie wordt gevoerd over of dit wenselijk is.



Er zijn sterke aanwijzingen dat de belangen die door de politiek geschetst worden door zowel Okhuijzen als Lyon, helemaal niet afkomstig zijn uit de politiek. Een voorbeeld hiervan is de invoering van een ID-database in Groot-Brittannië. Hierbij was er keuze tussen het laten opnemen van vingerafdrukken, gezichtsherkenning of iris-herkenning in het paspoort. Uiteindelijk is er gekozen voor de vingerafdrukken terwijl de irisscan de meest betrouwbare resultaten had. Bovendien zou de vingerafdruk-database bij het overstijgen van 6 miljoen afdrukken, minder betrouwbare resultaten leveren; één op de duizend herkenningen zijn incorrect (Winder). Als de overheid veiligheid zo belangrijk vindt, waarom investeren ze dan niet in de irisscan? Omdat ze deels afhankelijk zijn van wat technologiebedrijven te bieden hebben (Lyon, 2009).


Als we terugkijken op het belang van de overheid, namelijk een veilig omgeving, dan is het volgende argument van de VVD moeilijk te rijmen met 'veiligheid': “Ook "spijbelen moet vroegtijdig worden gesignaleerd" door middel van "registratie en melding”” (Privacybarometer). Okhuijzen gaf impliciet aan dat de mogelijkheden om dit soort onschuldige vergrijpen aan te pakken vergroot wordt met bijvoorbeeld dossiers als het Elektronische Kind Dossier (EKD). Naarmate de grenzen van termen als privacy, dreiging en veiligheid worden opgerekt, komt de burger meer en meer onder druk te staan om zelfs kleine onschuldige misstappen panisch te voorkomen. Een ander voorbeeld hiervan kwam ook terug in het gastcollege, namelijk dat van de luidsprekers die Britse burgers erop attendeerde dat ze rommel op straat achter lieten.


Ik hoop dat ik in het verloop van dit stuk heb kunnen aantonen dat 'veiligheid' van “terrorist/ non-terrorist” verschoven is naar het wel of niet spijbelen, door een overheid die voor onze eigen veiligheid zou handelen. Hierover is geen discussie geweest en termen als veiligheid en privacy worden gebruikt wanneer het de overheid uitkomt. In plaats van bescherming biedt de overheid helemaal maar één ding als de ontwikkeling van privacy'belangen' zo door gaat; een gesloten systeem voor iedere burger die ook maar één voet over de lijn zet.



Bronnen


Lyon, D. “National ID Cards: Crime-Control, Citizenship and Social Sorting” Policing 1 (2007): 111-118

http://policing.oxfordjournals.org/content/1/1/111.full.pdf+html


Winder, D. “The ID-Card Debate” [2009] Infosecurity-magazine. – 24-10-2010

http://www.infosecurity-magazine.com/view/3395/the-id-card-debate/


. “VVD Verkiezingsprogramma” [2010] Pricavy Barometer. Partij – 24-10-2010

http://www.privacybarometer.nl/partij.php?p=1



Buiten deze 'officiële' analyse heb ik een ander, meer persoonlijk punt dat hierop aansluit. Vaak lijkt het zo dat thema's als deze voor de 'normale' burger weinig interessant zijn. Wat ook door Okhuijzen aangegeven werd is dat het credo “ik heb niks gedaan, dus voor mij maakt het niet uit” geldt. In relatie met onder andere het Elektronisch Kind Dossier en de standpunten van de VVD om dingen als spijbelen aan te pakken, vraag ik me het volgende af: wie heeft ooit:

  • gespijbeld

  • stiekem gerookt

  • snoepjes gestolen

  • stiekem alcohol gehad

  • geblowd

  • afgekeken tijdens overhoringen

  • plaatsen bezocht waar ze niet thuishoorden (after parties, kroegen)

  • met identiteitskaarten gerotzooid

  • rommel op straat gegooid

  • zonder fietslicht gereden

  • iets van een dergelijke categorie ongehoorzaamheden


Als ik kijk naar het bovenstaande lijstje kan ik zelf minimaal zes items aanwijzen waaraan ik 'schuldig' ben, en zeker meer dan eens. Ik denk dat mijn broertjes en zusje de lijst aanvullen en afmaken. Ik kan met redelijke zekerheid stellen dat wij geen criminelen zijn, en ook geen bedreiging vormen voor de algemene veiligheid.


Maar wat heeft de overheid hier dan mee te maken? Waarom moeten dit soort dingen jaren lang bewaard blijven? Waarom moeten er gezins- en persoonsprofielen worden opgesteld? Waarom krijgt de overheid meer zeggenschap over kinderen en jongeren dan ouders zelf? Waarom bepaald de overheid wat ethisch en moreel wenselijk is? Is het wenselijk dat kinderen, jongeren maar ook andere mensen grenzen krijgen opgedrongen, in plaats van dat ze deze kunnen testen?


Ik denk dat er veel meer aandacht binnen de politiek moet worden besteedt aan deze issues. Het lijkt erop dat veel mensen niet weten wat ontwikkelingen op het gebied van privacy inhouden en nergens wordt voor- of toelichting gegeven. De weinige instanties die opkomen voor de rechten van privacy van mensen, moeten het doen met weinig of geen overheidssteun, terwijl het mijn inziens toch zo was dat de overheid er is voor de burger, en niet andersom.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten