zondag 7 november 2010

Evaluatie debatgroep: games


Onderwerp:

Games en Onderwijs


Debatgroep

Thomas van Manen (voorzitter)

Eric Alberts (voor)

Eline Muijres (voor)

Bram de Rijk (tegen)

Rick van de Sande (tegen)


Stelling

Serious Gaming moet binnen vijf jaar een fundamenteel onderdeel worden van het basisonderwijs vanaf groep drie”


Mijn rol ter evaluatie

'Scrounger'; de focus ligt hierbij op bronnen; welke bronnen werden aangehaald, hoe werden ze geïntroduceerd en wat was de achtergrond van de bronnen


Algemeen

Over het algemeen was het brongebruik van beide partijen goed, zeker in tegenstelling tot de eerdere debatgroep. Er werd meer gebruik gemaakt van bronnen, ze werden (meestal) duidelijk geïntroduceerd en dienden ook ter onderbouwing van een argument en niet alleen als 'opvulling'. Een aantal keer werden als nog uitspraken gedaan als “ik heb geleerd dat”, waarbij de deelnemer verwees naar de opvoeding. Dit is onverdedigbaar en hier viel het op dat er echt een bron miste.


Verder werd er af en toe ook gebruik gemaakt van een emotional appeal, zeker wanneer de gemoederen wat hoger opliepen. Dat was op zich geen enkel probleem, maar dan moet er wel een bron zijn die hier een basis voor vormt. Een voorbeeld hiervan was de uitspraak “zo werkt dat toch niet?”. Deze opmerking was gericht tot het publiek, en achter deze uitspraak zat eigenlijk het emotional appeal “zo doen 'wij met z'n allen' dat hier toch zeker niet: waar slaat dat op?”. Dit kan een goede manier zijn om het publiek erbij te betrekken, maar het is jammer als de debattant geen bron heeft, en het blijkt zo te zijn dat 'wij dat toevallig wel zo doen'.


Type bronnen

Het type bronnen dat werd gebruikt was over het algemeen relevant. Door zowel de voor- als tegenpartij werden de 'juiste' bronnen gebruikt; dat wil zeggen bronnen als artikelen, onderzoek of academische literatuur. Een voorbeeld van een minder goede bron, wat ook door de andere partij werd aangekaart, was een onderzoek over games. Dit onderzoek was echter van Amerikaanse bodem en had ook betrekking op Amerika. De tegenpartij gaf correct aan welke relevantie deze bron had in de Nederlandse context.


Introductie en achtergrond bronnen

De introductie van bronnen wisselde nog wat. In sommige gevallen werd de bron netjes geïntroduceerd, zeker in het begin toen het debat nog wat rustiger was. Toen het debat eenmaal op gang was werd dit onvolledig of niet meer gedaan. Omdat een aantal bronnen in de 2-minuten introductie waren gegeven en men hier genoeg tijd had en rustig kon spreken, werden bronnen hier wel volledig geïntroduceerd. Vaak werd de auteur of het instituut genoemd, wat deze deed en vaak het onderwerp en het jaar van de bron. Het stoorde echter niet dat dit later in het debat niet meer naar voren kwam. Dit kwam enerzijds doordat door de goede introducties tijdens de 2-minuten introductie er bijna werd aangenomen dat de rest van de bronnen ook wel klopte. Anderzijds zou het storend zijn geweest dat toen het debat op gang kwam, er continue onderbrekingen in het argumenten zouden komen door een hele serie gegevens met betrekking tot de bron te noemen. Wanneer het nodig was hier navraag naar te doen, kon dat altijd nog gebeuren door de voorzitter of de andere partij.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten